Samen zijn is niet hetzelfde als samen werken, dat bewaren Aram Tanis en Jacolijn Verhoef gedurende hun achttien gedeelde jaren voor bijzondere momenten. Zoals nu en deze keer in Zundert, waar ze de herinneringen aan hun reis in Japan vermengden met de memories aan Vincents Japonisme uit vroeger tijden.
Van heel ver
Beiden hebben ze aan de Rietveld academie gestudeerd, Aram fotografie en Jacolijn sculptuur. Hoewel hun discipline in aanvang verschillend is komt hun werk in de loop van de tijd steeds dichter bij elkaar. “We hebben een aantal residenties samen gedaan, het is een soort van snelkookpan, er is een deadline wat fijn is dan blijft de druk erop. Je bent dan uit je eigen routine en ontdekt nieuwe ijkpunten wat belangrijk is voor je werk om dat zo te doen. De eerste keer dat Jacolijn en ik hebben samengewerkt was bij de Satellietgroep waar we een video hebben gemaakt waarin we de herinneringen van mijn vader aan de watersnoodramp hebben gebruikt. Dit hebben we voortgezet in Zeeland bij het IK paviljoen waar we meerdere media combineerden. Dit zijn het soort momenten dat we niet alleen gelijktijdig, maar vooral samenwerken.’
Nieuwe inzichten vragen ook om nieuwe horizonten die Jacolijn en Aram vonden in het land van de rijzende zon. Eerdere reizen in Azië zoals Korea en China hebben ook hun sporen achtergelaten, maar vooral de ervaring in Japan was meer dan goed en vraagt om een herhaling. “We hebben het traditionele Osaka bezocht, het stadse Kyoto en Nara. Toen we daar aankwamen, gaar van de reis, troffen we een tempel waar de herten heilig zijn. Het was een magisch moment om herten te zien buigen, ook al is ze dat aangeleerd. We staan dan daar in een vreemd land met hetzelfde uitzicht waarbij je aan de hand van de foto’s die we maken pas kan zien wat ieder van ons echt zag. Dat vertelt met welke blik je werkelijk kijkt. Aram heeft van nature een blik om anders naar gewone dingen te kijken, een Aziatische kijk. Elders zijn is dat je anders gaat kijken, je gaat weer dingen zien waar andere mensen om heen lopen, en daar gaat het werk van Aram ook over.”
Tot heel dichtbij
De ervaring van deze reis is de aanleiding voor deze residency om dit hier te onderzoeken vanuit het idee dat Vincent van Gogh ook belangstelling had voor de Japanse beeldtaal. Hier zijn ze de brieven van Vincent gaan lezen, die innemend, intiem en openhartig zijn.
“In de brieven verwijst Vincent vaak naar brood, kennelijk was hij daar dol op. Men moet op brood en wijn leven al was hij verder een ongelukkige man. In het atelier lag ook een broodzeef, die heb ik toen als mal gebruikt. Het is een keuze om zelf geen mallen te maken waarbij deze zeef voor mij ook een link is naar Japan en de Japanse blik van Vincent. De eerste dag heb ik gelijk gips besteld en ben begonnen. Jacolijn neemt daar meer tijd voor en laat de herinnering komen vanuit de raarste hoeken. Uit een idee komen er dan tien anderen die weer terugleiden naar een samenhangend geheel.”
“Wat hier anders is? Het is een kleine omgeving die je bewust maakt van het feit dat je ergens anders bent. Ik kom ook uit een klein dorp maar anders dan hier, alleen al doordat iedereen houdoe zegt. Bij het wandelen door het dorp en langs het water krijg je een gevoel hoe het leven hier gaat. En waar, zoals Aram opmerkt, de tuinen netjes zijn, verzorgd en gemodelleerd net als in Japan.”
Naar het gouden licht
In de expositieruimte staan de werken die ontstaan zijn tijdens hun werkperiode opgesteld met ieder een eigen verhaal en oorsprong. Processen die ogenschijnlijk los van elkaar tot stand zijn gekomen maar wel elkaar hebben beïnvloed. Zoals de broodzeef die eerst als mal diende bij Aram nu deel uit maakt van een installatie van Jacolijn. Waarin de invloeden van haar opleiding tot goudsmid en sieradenontwerper weer terug komen.
“Een sieraad kun je in tegenstelling tot een sculptuur dagelijks meenemen en heeft een directe relatie tot de drager. Dat is intiemer maar geeft ook een andere verhouding ten aanzien van het ervaren van een sculptuur, een gegeven dat ik nog verder onderzoek. In deze installatie wordt de handeling, het water scheppen over de ring van gepolijst zout, ook gedragen door de objecten die daarmee verband houden zoals de waterschep die ik zelf gemaakt heb van messing. De handeling ontstaat vanuit het idee en dat loopt zo in elkaar over. Zo heb ik hier ook veel inspiratie gehaald uit het essay van Junichiro Tanizaki, In Praise of Shadows, dat oude waarden in Japan verbindt met het hedendaagse leven. Hoe de kleur goud een bron van licht kan zijn in de stedelijke omgeving, maar daar werk ik nog op door.
Het zout zelf speelt ook een rol in de Japanse esthetiek, kristallen waarbij ze met name de aders waarderen. Maar zout gaat ook over reiniging en zelfs de dood. Het kleine zoutsculptuur refereert naar zelfmoord, met de als grap gemaakte opmerking van mijn vader en chemicus in gedachten dat een eetlepel zout de ideale manier zou zijn om uit het leven te stappen.”
“Uren gevuld met handelingen, stap voor stap, om tot het beste voor het eindresultaat te komen is weliswaar niet efficiënt maar wel een mooie manier van kijken.” Een manier van kijken die geen onderscheid maakt tussen het vervaardigen door de mens of door de natuur. Aram heeft het element van sculptuur tijdens deze residency weer opgepakt en betrokken in de gevonden schoonheid van de natuur. “Natuurobjecten hebben zowel een spirituele als een financiële waarde, het geloof dat alles ook bezield is. Mijn waardering voor wat mensen gemaakt hebben, waarvoor ik tien jaar geleden naar grote steden ging om de herrie en het geluid, is veranderd, ik heb nu meer waardering voor het abstracte ervan.”