Agenda Artikelen Programma Zoeken Contact Partners Auteurs

Verslag van een Artist in Residence - Michiel van der Zanden

WEEK 1                                                              

Vorige week opende ik mijn mapje ‘IDEEËN’ op mijn laptop. Hier vond ik een screenshot van een paar jaar geleden: een still uit een YouTube video over fluid physics in 3D software. Dit is zo’n afbeelding waar ik al vaker bij heb gedacht: hee, hier moet ik iets mee. En dat is nu.

Het is lang geleden dat ik een groot doek te lijf ben gegaan. Ik heb ook zin om weer lijnolie te ruiken.

Ik heb een groot doek van 165 x 220 cm naar het Witte Rook atelier gebracht. En een klein doek van 60 x 80 cm met dezelfde verhouding. Omdat ik al een tijdje niet geschilderd heb, begin ik met het kleine doek. Ik heb bedacht dat ik op beide doeken hetzelfde beeld ga schilderen. Een roze en een blauwe variant.

Na een paar dagen schilderen weet ik al dat op het grote doek een ander beeld moet komen. Als ik een tweede variant maak, is daarbij de verrassing veel minder.

De ruimte van het gastatelier is groot en leeg. Een groot doek neerleggen op de grond is geen probleem.

Ik werk veel tot in de nachtelijke uren. Ik hou van het gevoel dat de rest van de wereld slaapt en ik aan het werk ben, dat geldt in deze avondklok tijd nog meer. De volgende dag kijk ik dan met ‘nieuwe ogen’. Ik zie dan meestal vrij snel waar de foutjes zitten en waar ik van af moet blijven.

De vinylvloer in het atelier, heeft een motion blur effect. Een foto texture die in beweging lijkt, diffuus en diagonaal perspectivisch. Tijdens het schilderen valt me op dat de kleurtoon van de vloer lijkt op het grondoppervlak in mijn schilderij. Op deze manier gaat het schilderij alsnog een dialoog aan met de ruimte.

Gaandeweg het schilderen moet ik aan de schilder Michaël Borremans denken.

 

  • Ik ken de poëtische stillevens van Borremans, vaak objecten geïsoleerd op een lege ondergrond, maar ik kom er nu achter dat hij heel recent een serie schilderijen gemaakt heeft, onder de noemer Coloured Cones. Deze titel doet denken aan mijn Color serie, en inderdaad, deze serie gaat ook erg over kleur, materialiteit (olieverf: satijn), schildertraditie, de personificatie van objecten en realiteit in combinatie met abstractie. Ik heb zijn nieuwste boek, The Badger’s Song, meteen besteld.

 

Michael Borremans – Coloured Cones

Gedurende deze week ontstaat het plan om met het grote doek een variatie op mijn Cloud Study (2015) serie te maken. Deze werken bestonden uit gekleurde rookwolken, vrij en zwevend in de ruimte, net boven de grond. Ik realiseer me ook nu dat ik bij Witte Rook (!) aan het werk ben.

 

WEEK 2

Ik zit nu lekker in het materiaal, in de olieverf. Ik kom de gebruikelijke schilderprobleempjes tegen: een mat plekje door zuigende ondergrond, een vouwtje in het linnen.

Vrijdag kwam ik binnen, voor het eerst dat het schilderij begint te werken. Aaneengesloten geschilderde delen krijgen samenhang.

Nu ik het beeld in verf doorloop, merk ik pas hoeveel variaties op rood, roze en wit er aan te pas moeten komen om dit beeld tot leven te wekken. Dat had ik op het eerste gezicht niet zo door.

In mijn manier van schilderen ga ik steeds van hoofdstuk naar hoofdstuk. Ik weet het beste wat de volgende stap moet zijn, als ik de stappen ervoor nog vers in het geheugen heb zitten. Ik verbind gebieden met elkaar. Dit doe ik om binnen dat gebied nat-in-nat te kunnen schilderen, zodat de verf in één laag zit.

In het beginstadium zien reflecties en schaduwen er soms gek uit. Ze hebben nog geen verband met elkaar. De schaduw onder het object wordt pas schaduw als het object er echt staat. Reflecties hebben pas nut als hetgeen wat gereflecteerd wordt, ook op enige manier aanwezig is in het beeld.

Het meeste licht in het atelier komt van boven, door het dakraam en de TL’s aan het plafond. In het schilderij komt het licht ook van boven. In kunstlicht valt het schilderij soms een beetje uit elkaar, door hoogte en glansverschillen in de verf. Als ik hem buiten bekijk, komen de kleuren veel meer samen. Dat is een goed teken want daglicht is meedogenloos en eerlijk. Ik hou helemaal niet van het ‘effect’ van kunstlicht zoals spots bijvoorbeeld.

Ik heb nog even een grote kwak roze olieverf op de ateliervloer gedropt. Om gewoon even te kijken wat het oplevert. Daar omheen een kader van afplaktape als markering. Mijn collega-resident Henriëtte noemt het een plaats delict, dat vind ik wel een goeie.

WEEK 3

De laatste fase van het roze schilderij. Omdat het onderwerp in een beweging van boven naar beneden loopt, ben ik ook bovenaan begonnen. Onderaan lopen de lijnen steeds meer hol en ik maak liever een ‘bolle’ kwast beweging, daarom zet ik het doek nu op zijn kop. Dat is meteen ook een goede manier om met een andere blik naar het werk te kijken.

Highlights in wit zijn altijd spannend met olieverf. Omdat ik nat-in-nat schilder mengt het wit snel met de naast, en ondergelegen kleuren. Het is dus belangrijk de toetsen raak neer te zetten en er vervolgens van af te blijven.

Sowieso is het mijn uitdaging ‘sportief’ te blijven schilderen. Dus soepel; gewoon schilderen en niet te veel nadenken.

Ik ga op pad met mijn nieuwe speeltje: een analoge Rolleimat AF-M compact camera uit 1981. Witte Rook ligt in de wijk Doornbos – Linie. Ik heb daar zelf ook gewoond van 2002 tot 2006. Er wordt nu veel gerenoveerd in de wijk, een goede gelegenheid dus, nog wat vast te leggen voordat het verdwijnt. Ik (her-) ontdek bijvoorbeeld een oude “Sprite” tag uit begin jaren ’80 op een elektriciteitskastje. Sprite is op graffiti gebied een legende in Breda.

Ook van de ateliersituatie binnen, heb ik foto’s gemaakt. Met een Minolta spiegelreflex uit 1975. Het mooie aan filmfotografie vind ik, dat je meer cadeau krijgt dan bij digitale (smartphone) fotografie. Het is minder voorspelbaar, ook omdat digitaal de norm is waaraan we gewend zijn. Daarbij moet je 2 weken wachten op de ontwikkeling van de negatieven, voordat je het uiteindelijke resultaat in handen hebt.

Film fotografie heeft parallellen met bovenstaande overwegingen over het schilderen. Over het vangen van kleur en licht: Hoe gedraagt licht zich? Zijn de kleuren in de foto zoals ik ze in werkelijkheid ook beleef? Het oog versus de lens enzovoorts.

De titel wordt ‘Drop’: De roze blob zakt langzaam naar beneden en settelt zich in het schilderij. Het heeft besloten zich op die plek te positioneren. Bijna als een uitwerpsel: dropping. Ik ben zelf ook gedropt in deze ruimte, in mijn tijdelijke atelier.

Ik bedenk dat verderop in de straat de voormalige FAAM snoepfabriek staat. Dat geeft de titel Drop dan ook meteen een mooie connotatie. Toen ik zelf nog in Breda Noord woonde, hing daar vaak de geur van suiker. Ook van CSM en Oranjeboom. Allemaal afgebroken inmiddels.

Ondertussen heb ik ook het grote doek een eerste laag gegeven. De schets die ik hiervoor gebruik is een screenshot uit een YouTube tutorial over rooksimulatie, in Blender 3D. Ik wil de kwasttoets ook in schaal vergroten, daarom heb ik brede (vernis) kwasten en blokwitters meegenomen. De achtergrond, het 3D ‘landschap’, met sterke scherptedieptewerking, zet ik op, terwijl het doek plat ligt. “Nat is plat”. Ik doe deze achtergrond in eerste instantie met gesso wit, grijs en zwart, ik gebruik een wandrij (stuc liniaal) om de kwasten langs te trekken. De kwasten tape ik aan een steel om de afstand te overbruggen.

Voor de laatste, afsluitende dag van deze 3 weken heb ik het atelier een beetje opgeruimd. En het schilderij Drop, wat nu af is, opgehangen. Een aantal afbeeldingen die relevant waren tijdens het werkproces heb ik uitgeprint. Het ‘plaats delict’; de roze verf hoop laat ik ook liggen. Het grote doek zet ik op een gekantelde sokkel in de hoek.

Omdat vanwege de corona-maatregelen, een ‘echte’ presentatie van mijn werkperiode niet mogelijk is, heb ik Ad van Rosmalen uitgenodigd. Op dit moment werkt Ad als curator aan een tentoonstelling voor het Stedelijk Museum Breda, waarin ook twee schilderijen van mijzelf zijn opgenomen.

We praten over beleving van het afgebeelde object. Het idee van simulatie en nabootsing: natuurkundige eigenschappen in software, welke in de vorm van verf op doek, met fysieke materialiteit teruggebracht worden naar hun oorspronkelijke context. De zogenaamde

Poincaré-ruimte, bij berekeningen van fluid– en particle-simulaties in 3D software; wat in Blender dan weer het domain heet.


 
Auteur:
Gastauteur

Witte Rook, Liniestraat, Breda, Nederland

Michiel van der Zanden werkte als Artist in Residence bij Witte Rook. Hij schreef dit artikel over zijn ervaringen.

 
AIR:
AIR Michiel van der Zanden
Michiel van der Zanden schildert, al wordt zijn werk steeds meer multidisciplinair. Hij stapt steeds vaker heen en weer tussen ver...
Door: Gastauteur
 
AIR:
AIR Henriette von Muenchhausen
Henriette von Muenchhausen wil haar protagonisten carnaval laten vieren op hun eigen manier. Een carnaval dat dan al bijna weer vo...
Door: Gastauteur
 
praktijk:
Stucanet en modelbouw boompjes, Michiel van der Zanden over de expositie MAAKBAAR
De duotentoonstelling 'MAAKBAAR' van Laurent Malherbe en Stijn Elshuis is een combinatie van uitersten. Michiel van der Zanden en ...
Door: Gastauteur